• Water en melk in een pannetje tot iets warmer dan kamertemperatuur verwarmen op laag vuur (niet te warm anders trekt het gist dat niet). Pan van vuur, suiker en gist toevoegen, roeren en even een kwartiertje met deksel erop laten staan.
• Meng in een grote kom de bloem met het gistmengsel en kneed het 2 minuten door tot een glad beslag met je mixer met deeghaken (of met je handen als je spierballen wil). Dek af met plasticfolie of theedoek en laat 45 minuten rijzen op een warme plek. Maak ondertussen de vulling (zie hieronder)
• Als het goed is, is het in volume verdubbeld. Kneed nu 10 minuten stevig door met de deeghaken zodat het een elastisch en zacht deeg wordt. Verdeel in ongeveer 16 stukken van 45 gram. Maak hier bolletjes van.
• Knip kleine vierkantjes van het tweede vel bakpapier, zodat je onder elk broodje een papiertje kan doen en zet je stoommand klaar op een pan kokend water.

Voor de vulling

• Schil en rasp de gember. Snijd de knoflook fijn. Verhit een koekenpan zonder olie of boter en bak het gehakt op middelhoog vuur rul (ca. 2 min.). Voeg de knoflook, gember, sesamolie en ketjap toe en bak nog 5 min. Breng op smaak met peper en eventueel zout. Schep regelmatig om.

Bapao

• Vul elk balletje met 1½ el gehaktmengsel. Knijp het deeg weer goed dicht. Vorm er mooie balletjes van. Leg stukjes bakpapier op de bodem van de stoommand. Zorg ervoor dat niet de hele bodem bedekt is, zodat de stoom ertussendoor kan. Leg er 3 à 4 bolletjes in en stoom met de deksel op de pan in 15 tot 20 min. gaar. Herhaal. Serveer de bapao met de chilisaus.